CHESAPEAKE BAY RETRIEVER Club Nederland
 


 

 

  home

  informatie

  fokkerij

  nieuws

  foto`s

  contact

  links
 


  COMMANDO'S

Door Thijs van Leeuwen

Enkele jaren geleden organiseerden wij, na het reguliere trainingsseizoen, zeg maar vanaf de opening van de jacht (15 oktober) een najaarstraining. Eigenlijk is het woord training niet juist want we zetten leuke proeven voor voorjagers en honden neer die ze naar eigen inzicht mochten oplossen. Natuurlijk werden de voorjagers, waar nodig, ondersteund. Bij deze activiteiten konden honden meedoen vanaf B niveau. Er werden zoveel mogelijk verschillende soorten wild gebruikt en andere op vergunning geschoten dieren. Af en toe bestond zelfs de mogelijkheid om de hond met warm wild in aanraking te laten komen als er eenden konden worden geschoten. Het gemêleerde gezelschap bestond uit doorgewinterde en nog vrij groene voorjagers. Toch bleek tijdens de training dat het niveauverschil tussen beiden vaak wegviel als er gewerkt moest worden.

Wat me daarbij opviel was het verschil in commando's dat gegeven werd voor éé n en dezelfde opdracht. Nu is daar natuurlijk niets mis mee als de hond maar begrijpt wat hij moet doen. Toch kan het in moeilijke situaties tot verwarring leiden als men commando's en gebaren niet consequent verbindt aan een bepaalde opdracht. Als je wilt kun je de hond vooruit laten gaan terwijl je het commando “achteruit” geeft. Het is een kwestie van aanleren. Logisch voor ons mensen is commando's te gebruiken die we zelf begrijpen. Als we de hond dus vooruit willen sturen geven we het commando “vooruit” en geven richting aan.

Tijdens een proef waarbij de honden tussen een stal lokkers door, aan de overkant, een zichtbaar opgegooid stuk wild moesten apporteren hoorde ik zowat alle commando's die je het eerste cursusjaar leert op de K.N.J.V. training. “Over, vooruit, apport, zoek apport” en combinaties hiervan. Terwijl eenvoudig “apport” in deze situatie toch voldoende is.

Op K.N.J.V. training probeer ik de cursisten bij te brengen de commando's zo kort en duidelijk mogelijk te gebruiken. Vooral ook niet te veel commando's. Vooral in de beginfase is het heel belangrijk commando's en gebaren consequent te hanteren. Bij een meer ervaren hond komt het niet meer zo nauw omdat de hond zoveel ervaring heeft dat hij aan een half commando genoeg heeft.

Je kunt de commando's met de daarbij behorende gebaren als volgt indelen:

-Weet de hond waar het wild ligt of ziet hij het vallen dan is het commando “apport”.

-Weet de hond (en de voorjager) niet waar het wild ligt, dan is de opdracht “zoek” of “zoek apport”. Als de voorjager ongeveer de richting weet, geeft hij met een armzwaai ongeveer de richting aan waarin de hond moet gaan zoeken. Veel voorjagers geven bij het verloren zoeken ook het commando “vooruit”. Daarbij wordt soms de hand gebruikt om de richting aan te geven, zoals men bij het dirigeren doet. Dit lijkt mij niet juist. Als de hond al met de basis van het dirigeren is geconfronteerd, en dat kan al op jonge leeftijd, dan is dit zeer verwarrend voor de hond, en kan leiden tot onzekerheid gedrag van de hond. Dus dames en heren voorjagers wees consequent in het geven van uw opdrachten, gebruik niet teveel verschillende commando's en zorg er voor dat de opdracht voor uw hond duidelijk is.